Zie ook:

  • Humor

  • Functies

  • Ironie, de hooghartigheid van de

    Roland Barthes karakteriseert de ironicus, ergens in een kleine terzijde in zijn Mythologieën, als een zelfverzekerd iemand. Het is een kwalificatie om lang over na te denken. Door gebruik te maken van de ironie geeft de ironicus eigenlijk uitdrukking aan zijn superioriteit. Hij laat er mee merken dat hij ergens boven staat. Wat lijkt op een nederige capitulatie nog voor de strijd is begonnen, is eigenlijk een vorm van arrogantie. Ironie is een slotgracht die om het Grote Gelijk wordt gegraven.

    Alle uitwisseling van argumenten veronderstelt een zekere mate van ernst, geveinsde danwel echte. De ironicus is daartoe niet bereid. Of toont zich bereid tot geveinsde ernst, maar blijft in de uitwisseling van argumenten voortdurend ongrijpbaar, speelt een spel. Voor wie alles serieus wenst te nemen is niets onverdraaglijker dan degene die alles tot spel reduceert, en juist dat is een van de belangrijkste eigenschappen van de ironicus.

    Het spel heeft een aantal belangrijke kenmerken waardoor de ironicus zich er bij uitstek in thuis voelt. En dan heb ik het niet over het spel als wedstrijd. Als de ironicus ergens niet van houdt, dan is het van competitie. Dat is het domein van degenen die alles serieus nemen, die zelfs het winnen van een spel hun volle inzet waard vinden. Nee, ik heb het hier juist over het spel waarbinnen geen regels gelden, waarin uitkomsten willekeurig zijn en waar niets met ernst hoeft te worden volbracht. Sommigen gaan zelfs zover hun leven als spel in te richten, als gebied waarbinnen naar niets gestreefd hoeft te worden, waarin niets er werkelijk toe doet, en dat als bevrijding zien, als een ontworsteling aan arbitraire regels en onnozele toekomstverwachtingen. Het paradijs van de illusieloosheid. Binnen het spel kan alles, maar wie er voor kiest het leven als spel te leiden, rest daarbuiten alleen nog een leven in ironische distantie.

    En nu we het toch over distantie hebben: ook de ironie is, net als de humor, een middel om afstand te scheppen, om geen stelling te hoeven nemen, om dat Grote Gelijk mee af te schermen. Ironie als slotgracht. Want hoe leg je uit dat wat door die ander zo belangrijk wordt gevonden, door jou eigenlijk als belachelijk wordt ervaren? Je omwindt jezelf met wat sociaal wenselijk gedrag, een paar gelegenheidsopvattingen die weinig verband houden met je echte en weert af met humor en ironie. Hautain? Noodzakelijke strategie? Comfortabel? Of onmogelijke spagaat? Is het zo min mogelijk serieus nemen van wat zich om ons heen afspeelt een voorrecht of bereiken degenen die zich met hart en ziel kunnen geven, die omwille van scoringsdrang of betrokkenheid heilige doelen nastreven een groter levensgeluk dan de onbetrokken ironicus? Voor wie alles najagen van wind is, is dit leven zonder betekenis, tenzij misschien als spel, een ironisch spel dat we met alle verbeeldingskracht die ons ter beschikking staat spelen.


    © copyright 2004 Jeroen van Kan